zaterdag 13 januari 2024

 Eigen volk eerst?

Het is iets wat in mijn hoofd blijft hangen. Dat 'eigen volk eerst' verhaal. Gebezigd door deze en gene, hier in Nederland. Ten eerste de hypocrisie ervan. De burgemeester van gemeente Westerwolde, bijna in tranen op televisie, terwijl hij in een rechtszaak hulp probeert af te dwingen voor Ter Apel. De man is ten einde raad. Waar is dat eigen volk nu, om hem loyaal te hulp te schieten? En met hem alle inwoners van Ter Apel en omgeving? Geen eigen volk? Niet eerst? Of is gewoon het eigen ikje toch een stuk belangrijker. Eigen volk eerst, maar nu even niet. Niet in dit geval. Want o jee, je zou eens vluchtelingen op moeten vangen. Die moeten we niet, dus laat dat eigen volk maar mooi in de problemen zitten. Dit terwijl er allang gemeenten zijn die bewezen hebben dat het kan. Goed kan. Win win voor zowel vluchtelingen als eigen volk. Samen de schouders eronder brengt je nu eenmaal veel verder dan ieder voor zich.

Het is ook maar een wankel privilege om bij dat eigen volk te horen. Regelmatig, vooral toen ik nog op Twitter zat, las ik wat ons eigen volk nu weer vond en wilde. Verbaasd stelde ik vast dat ik dan waarschijnlijk geen eigen volk was, en dat bleek ook zo te zijn. Niet eens met de stellingen was ik een landverrader, en nog een heleboel vriendelijke bejegeningen meer, maar dus absoluut geen eigen volk. Met de overname door X heb ik mijn biezen maar gepakt en laat het eigen volk daar in zijn eigen sop gaarkoken. 

Nederland is bij uitstek een land dat het altijd al van immigratie heeft moeten hebben. Met de immigratie kwam ook veel kennis, arbeidskrachten en lekker eten deze kant op. Maar nu Nederland massaal (om Geert Wilders zijn geliefde uitdrukking maar te gebruiken) op de PVV heeft gestemd, willen we zeker al dat werk dat arbeidsmigranten doen zelf gaan doen? Wie dan? Gaan we dan mensen aanwijzen die dat maar moeten gaan doen? Uitkeringsgerechtigden bijvoorbeeld, of een andere groep die net iets minder eigen volk is dan de rest? En hebben we die wel genoeg? Dacht het niet.



De moraal van het verhaal is denk ik, dat de kreet 'eigen volk eerst' totaal geen loyaliteit inhoudt, geen saamhorigheid, maar een excuus. In mijn ogen dan. Een excuus om te schreeuwen en te bedreigen en vooral verder niets constructiefs te doen. Het helpt dus niet om als mensen en volk vooruit te komen. De vluchtelingen van nu zijn namelijk deels de Nederlanders van morgen. Zit het hem daar juist in? Angst? Angst voor de ander die niet eigen is? En is de oplossing dan de ander en iedereen die niet bang is voor die ander,  bang maken zodat jij niet bang hoeft te zijn? 

Ik begrijp het ook wel, er zijn genoeg crises in Nederland die al veel te lang onopgelost blijven en ik begrijp echt wel de problemen waar veel mensen tegenop lopen. Het helpt natuurlijk ook absoluut niet dat vanuit de regering niets komt. Die denken allemaal: eigen stemmen eerst. Dus ja, Ik probeer dan ook heel oordeelloos te zijn en liefdevol en faal regelmatig jammerlijk. Vooral als ik zo een hevig geëmotioneerde burgemeester op TV zie en eerder een dito  staatssecretaris. Dan denk ik toch: waar blijven jullie nou? Ik verwacht denk ik  duidelijk iets anders van 'eigen volk' dan het eigen volk. Meteen komen er weer andere gedachten in me op. De ene vraag roept een andere op en vervolgens de twijfel 'is dat zo?' Maar daar zal ik jullie niet mee lastig vallen. Ik roep gewoon op om met zijn allen een volk te zijn dat elkaar en degenen die hier asiel (een veilige plaats) zoeken niet te laten vallen. 



donderdag 7 december 2023

Licht


Het is december, feestmaand. Sint is alweer terug naar huis en een groot deel van de mensen richt zich nu naar kerst en het licht.

Vandaag begint Chanoeka (feest van het licht) en overal in de straten en huizen twinkelen ook al de lichtjes als teken van naderende kerst. We roepen met zijn allen als vanouds het licht terug, in deze koude donkere dagen, zoals met Yule op midwinter. Zeg maar de voorloper van kerst, nog steeds gevierd door pagans, druïden, heksen en anderen.

Zelf hang ik geen richting aan maar hussel alles door elkaar. Terwijl ook ik het huis langzaam vul met dennentakken, lichtjes en andere attributen, denk ik aan allen die het koud hebben, die op de vlucht zijn, die in oorlog leven. Voor Sinterklaas vroeg ik wereldvrede. Mijn schoen bleef leeg, maar ik ben dan ook volwassen. Dus dat snap ik. Sinterklaas is er voor de kinderen. Niet voor alle kinderen overigens. Ook al niet.

Terwijl ik versier, mijmer ik. Ik vraag me af hoe Chanoeka nu wordt gevierd in Israël, waar mensen nog steeds geliefden kwijt zijn die zijn ontvoerd, geliefden hebben verloren aan de dood, of geliefden hebben die kunnen sneuvelen in de oorlog in Gaza. Gaza, waar meer dan 5000 lichtjes, geliefde kinderen, voor altijd zijn gedoofd. In Gaza is sowieso amper licht, geen veiligheid, geen behoorlijk drinkwater of eten. Dode, zieke en stervende kinderen, dat wel. En dan heb ik het alleen nog over de kinderen. Er valt niets te vieren in Gaza.

En dan heb je uiteraard nog de andere oorlogen die woeden, overal. De mens is als geen ander in staat het licht te doven voor om het even wie in zijn weg staat, wie andere ideeën heeft, wie anders is, wie als minder wordt geacht, of op wie wraak wordt genomen, of gewoon, zomaar.

Wacht, ik schreef net dat ik voor het licht ga, toch? Licht staat voor hoop. Kleine lichtjes van hoop. Dus nu in deze maand van het licht vul ik mijn huis en bij ieder lichtje dat ik ontsteek vraag ik opnieuw om wereldvrede. Vrede op aarde, zingen we met kerst en dat geldt dus voor iedereen. Lukt het niet met kerst, dan graag op 1 januari 2024. Licht is sterker dan het duister. Zeggen ze. Roep met zijn allen het licht terug. Wees zelf het licht. En net als bij druppels maken heel veel kleine lichtjes samen een zee. Het maakt verschil. Het geeft hoop dat het duister kan worden verdreven en het licht weer terug kan keren. In harten, aan je eigen tafel, in landen, in de wereld. Wereldvrede dus. NU!





 

maandag 24 januari 2022


Waarom dan?

Over het  algemeen ben ik een niet snel te irriteren persoon. Denk ik. Misschien is irritatie ook niet het juiste woord. Denk ik. Meer een gevoel van 'en toch vind ik dit niet oké', maar misschien is het wel oké en wijk ik af. Waar heb ik het over!? Wil je dat weten, lees dan door :) Zo niet: stop HIER!


Je bent er nog :) 


Deze ochtend hield ik mij bezig met een boodschappenrondje. Kruidvat, Hema, supermarkt. Niks bijzonders. Bij het Kruidvat wat shampoo, bij de Hema lampjes en ik nam tegen mijn gewoonte in, de bonnetjes mee, omdat ik nog naar de supermarkt moest. Ook daar was ik snel klaar. Bij de kassa, ik ben dus iemand die naar de kassa gaat, was niemand te bekennen en omdat ik echt wel weet hoe ik de boodschappen moet scannen, besloot ik eens de zelfscan te nemen. FOUT! Het scannen ging vlekkeloos, daar niet van. Boodschappen de tassen in en klaar. Dacht ik.

Toen ik wilde afrekenen kwam er echter een medewerkster naar mij toe die mij mededeelde dat ik even gecontroleerd moest worden. 'Ga je gang,' zei ik vol vertrouwen. Zij dook voortvarend in mijn eerste tas. Vervolgens in de tweede. Zij greep de shampoo die ik bij het Kruidvat had gekocht en terwijl ik, net te laat, riep dat die van elders was, piepte haar scanner.

'Dat moet u van tevoren zeggen,' zei zij. 'Nu klopt de controle niet meer en moet ik alles opnieuw scannen. Alle producten. 

'Ik heb de Kruidvatbon,' zei ik, denkend dat het dan toch vast makkelijk recht te zetten was. Alweer fout. De volgende conversatie ontspon zich: 

'Ik kan niks met de bon van het Kruidvat. U heeft een product wat we hier ook verkopen en dat had u eerst moeten zeggen.'

'Ik moet nu eenmaal wel die spullen mee naar binnen nemen, want ik laat ze niet buiten in de fietstas achter. Daarom heb ik speciaal de bon en op die bon staat toch de datum? Dan is het toch duidelijk? '

'Ik heb daar niks aan. De scan moet nu overnieuw. Dat kost u  alleen maar extra tijd en anderen ook. Nu heeft u niet zoveel boodschappen, maar stel u had een kar voor 300 euro, of er stond nu een hele rij te wachten?'

Ik keek eens om me heen naar de vrij lege winkel en bedacht dat ik nooit een kar voor 300 euro heb en dan ook zeker niet aan de zelfscan zou staan. Maar het daagde me. 

'O, u bedoelt dat ik dat moet zeggen voordat u gaat controleren! Sorry, ik gebruik de zelfscan bijna nooit, ik ga altijd naar de kassa. Niet aan gedacht dus. Overigens word ik wel elke keer dat ik eens scan eruit gepikt voor controle, dus dat schiet inderdaad niet op.'

'Dat komt omdat u teveel naar de kassa gaat. Als u veel scant, weet het systeem op een gegeven moment dat uw scan altijd klopt en dan krijgt u geen controles meer.'

Algoritmes, dacht ik huiverig. En vervolgens: Ah, dus na een tijdje braaf scannen kan je wel gaan stelen. De medewerkster roerde door de overgebleven spullen in mijn tas. 'Dit is allemaal van het Kruidvat?' 

'Ja.' Ze pikt het lampje eruit. 'Hema,' zeg ik gedienstig. 'Heb ik ook de bon van.' Ondertussen bekruipt me het gevoel dat ik dit niet oké vind. Ik bedoel dan het rommelen tussen mijn aankopen bij drogist en Hema. Iets met privacy en nog wat vage dingen. Het is echter klaar en mijn aandacht wordt afgeleid door de boodschappen. Terwijl we gezamenlijk alles weer in de tassen stoppen en ik bijna de courgette vergeet, blijkt mijn scan geweldig te kloppen en kan ik eindelijk het wereldbedrag van 23 euro nog wat afrekenen. 

De moraal van dit verhaal voor mij? Ik ga voortaan dus alleen nog naar de kassa, waar ik nooit de inhoud van mijn tassen hoef te tonen en echt veel sneller weer buiten sta.


dinsdag 17 september 2019

Het geheim van de Veste

De Veste is het centrum van Brandevoort. Een prachtig staaltje bouwkunst, vind ik, met grachtjes en panden die in de trant van een vestingstadje zijn gebouwd. Behoorlijk nieuw nog, maar echt, ik waan mij daar in een andere tijd. Met onze komische hond, die in mijn vorige blog de hoofdrol had, doorkruis ik met regelmaat Brandevoort. Rondom de Veste, door de ecozone, is werkelijk een prachtwandeling. In het hart van de Veste liggen de winkels, waar ik uiteraard ook regelmatig kom. Een mens moet eten. Elke vrijdag is er een biologische markt onder de overkapping, de Markthal. U hoort het, ik geniet van Brandevoort. In de winter, als ik in het donker met de trein vanuit Eindhoven kom, zie ik de lichtjes langs de dakgoten en lijken ze me te verwelkomen. Thuis in Brandevoort. Heerlijk.

Leuk, zult u denken. Maar wat is nou dat geheim? Dat ik het zo mooi en prettig vind hier? Nou nee. In diezelfde Veste lijkt iets in de lucht te hangen, waardoor praktisch geen één voetganger ooit naar links of rechts kijkt bij het oversteken. Laat staan naar links én rechts. Dwars door de Veste loopt een lang fietspad. En nee, het is niet aangemerkt als voetgangersgebied waar de fietser dus iedereen voor moet laten gaan die loopt. Het is een echt fietspad. Mensen dwalen zonder opkijken van de stoep het fietspad op, lopen op het fietspad, strikken er omstandig hun veters, waarbij ze gebukt midden op het fietspad blijven staan. Het liefst heel plotseling, zodat ik zeer langzaam achter hen fietsend toch nog maar net op tijd kan stoppen of uitwijken.

Kom ik vanaf het station, vooral in het donker, dan merk ik dat ook buiten het fietspad amper wordt omgekeken voordat andere treingasten van de stoep de weg oversteken, richting fietspad. En echt, er rijden ook auto's. Iets maakt mensen dus heel relaxed daar in de Veste. Vol vertrouwen dat ze veilig kunnen wandelen. Op of naast de stoep.

Mij maakt het niet uit. Ik vind het niet erg hoor. Maar toch, twee keer ben ik aardig verrast. Eén keer ontweek ik een voetganger van rechts, en raakte daardoor bijna de voetganger van links. Beiden hadden mij op mijn fiets, op het fietspad, niet in de gaten gehad.
Een ander keer was ikzelf enigszins afgeleid. Ik was moe, het was donker en iemand die het ene moment nog rechtuit over de stoep liep, besloot plots over te steken. Uiteraard, zoals het geheimzinnige elixer in de Veste veroorzaakt, zonder op te kijken.

Nogmaals, dit is geen beklag. Ik hou van relaxte mensen. Ik vind het niet erg om goed op te letten, op dwalende, veters strikkende, aardige mensen. Maar soms ben ik zelf ook even afgeleid, kijk toevallig de andere kant op, of ben moe. Dus mensen, ik neem niemand iets kwalijk. Mocht ik ooit bijna tegen jullie opfietsen, neem het mij dan ook niet kwalijk. Wijt het gewoon aan het geheim van de Veste.

zondag 15 september 2019

Hondenleven

Vandaag gaat dit blog over mij! Fynn dus. Ik ben een hond, zoals jullie misschien weten. En ik ben niet zomaar een hond, nee, ik ben de meest komische en lieve hond die er maar bestaat. Dat vind ik zelf tenminste wel. Zodra mijn vrouwtje naar de keuken loopt, zit ik dan ook klaar om iets lekkers in ontvangst te nemen. Dat verdien ik toch zeker? Mijn vrouwtje snapt dat nog niet helemaal geloof ik.

Energiek als ik ben, ga ik heel graag uit wandelen. Gelukkig wandelen mijn mensen ook graag. Dat moet wel, want ze nemen me mee bij warmte, kou, nattigheid, licht of donker. We hebben heel veel routes in de buurt en ook heel veel andere honden en mensen. Heel veel van die andere honden zijn mijn vrienden en dan wil ik heel graag spelen. Dat kan ik reuzegoed. Ik ga altijd meteen op straat liggen als ik een vriend aan zie komen. Ook als hij nog ver weg is. Geen beweging meer in me te krijgen. Helaas willen niet alle honden altijd spelen. Soms lopen ze zomaar door met hun mens. Snap ik niet hoor. Met een zucht sta ik dan op en wandel verder.

Water ben ik ook heel gek op. Ik wil altijd wel zwemmen en soms mag dat ook! Jammer genoeg niet bij elke wandeling. Kan best, want er is heel veel water hier. Ik probeer altijd een onbewaakt ogenblik te vinden om mijn vrouwtje er gewoon in te trekken, maar het lukt niet. Ze snapt denk ik niet hoe leuk zwemmen is. 

Ik ben ook heel nieuwsgierig. Stapt er iemand uit een auto? Ik wil er naar toe. Komt er iemand uit een voordeur? Ik wil er naar toe. Dat mag niet van mijn vrouwtje. Zelfs niet als  mensen op straat heel veel lawaai maken en dus echt mijn aandacht trekken. Toen ik zo vaak achterom keek dat ik met mijn kop tegen een houten paaltje liep, lachte mijn vrouwtje me zelfs uit! Ze zei, 'dat komt er nou van Fynn'. Ja zeg... 

's Avonds laat wandelen vind ik ook leuk. Dan is het donker en zijn er minder mensen en meer dieren. Hele leuke dieren. Katten bijvoorbeeld. Die maak ik graag aan het schrikken, maar ik doe ze niks hoor. Of muizen, tussen het gras. Die zijn heel snel! Mijn vrouwtje moet dan lachen, omdat ik hele rare sprongen maak. Ik zei toch dat ik komisch ben ... 
En laatst zag ik superleuke beestjes lopen op een grasveldje vlakbij huis. Meteen zette ik koers naar ze toe, maar het mocht weer eens niet van het vrouwtje. 'Dat is niet verstandig Fynn', zei ze. Ik weet niet wat verstandig betekent. We bleven wel even staan kijken naar die leuke beestjes. Vrouwtje liep door, ik moest mee. 'Dat zijn egeltjes' Fynn, zei ze. 'Daar kan je niet mee spelen'. Ik weet niet wat egel zijn betekent. Ze zagen er heel gezellig uit. Ik wilde wel met ze spelen en ik bleef  maar omkijken. Gelukkig stond er dit keer geen paaltje in de weg.

woensdag 3 juli 2019

Beetje gestoord?

Wie 'De matchmaker' heeft gelezen, of erover heeft gelezen, weet dat ik schrijf. Mijn tweede manuscript is af en naar de proeflezers gestuurd. De eerste reacties zijn al terug en dan merk je dat 'af' niet het juiste woord is. Wist ik wel hoor, vandaar de proeflezers. Een mix van mannen en vrouwen, in verschillende leeftijden. Het verbeteren begint (weer) en het is heel verhelderend om te merken dat 'een duffelse jas', in mijn jeugd heel gewoon was (ik had er zelfs één) maar nu een ding is wat een stuk minder bekend is bij de volgende generatie. Bij zoiets sta ik dus totaal niet stil. Zo zitten er in dit manuscript wel meer woorden die best uitleg mogen krijgen. Het plan voor een verklarende woordenlijst had ik al, dus dat komt goed. Inclusief duffelse jas.

Word ik daar gestoord van? Nee. Waarvan dan wel, denk je nu misschien, gezien de titel van dit blogje. Moet je gestoord zijn om misdaad te schrijven? Misschien wel. In ieder geval moet mijn brein misdadig genoeg zijn om het te bedenken. Natuurlijk moet je nog veel gestoorder zijn om misdaden te begaan, in ieder geval het soort dat in mijn boeken staat, dus dan valt het wel weer mee met mij. De verklaring is veel simpeler. In zo een boek komen uiteraard verschillende mensen opdraven, met verschillende uiterlijkheden, maniertjes en karakters. Die personages moeten tot leven komen, anders boeit het niet. Om ze tot leven te laten komen, moet ik me als een kameleon verplaatsen van het ene karakter in het andere. Karakters die ik zelf bedenk. In feite ben ik dus al die karakters. Je zou er een meervoudige persoonlijkheidsstoornis van oplopen.

Het ene moment ben ik een iets te zware, kauwgom kauwende rechercheur, om twee zinnen verder te veranderen in een moordenaar of een pastoor. Kan je nagaan, ik ben niet eens katholiek. Natuurlijk hebben al die personages wel kenmerken van of mijzelf, of mensen die ik ken of ooit ergens heb ontmoet. Die kenmerken zitten in stukjes en snippertjes verweven in alle typetjes. Uiteindelijk komt alles vanuit mijn geest, door mijn handen getypt, in een manuscript terecht en vervolgens in een boek. Ik zit in Hans, in Laura, in de moordenaar, in iedereen. Je zou er dus gestoord van worden. Voor zover ik dat nog niet was :)

https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=9443 Voor wie De matchmaker wil lezen :)

maandag 8 april 2019

Boos! (over gifbuizen Brandevoort)

Ik woon in Helmond, in de wijk Brandevoort en ik ben boos! Wie gisteren  naar De monitor heeft gekeken op NPO2, weet precies waar ik het over heb. Voor wie dat niet weet:
Chemelot, groot chemieconcern in Limburg, wil namelijk buizen met gevaarlijke stoffen onder onze woonwijk leggen. Niet zomaar gevaarlijk, maar zeer giftig en sommige ook nog hoog-explosief. Natuurlijk, dat wil iedereen toch wel in zijn voor- of achtertuin hebben liggen? Vooral als je vier kinderen hebt die daar dan op mogen spelen? Geen kuiltjes graven hoor, dat is gevaarlijk en verboden. Zo zou de situatie van sommigen hier in Brandevoort worden. 
Bij de Monitor stonden twee families centraal. de ene woont hier al, de andere is aan het bouwen. Er werd even inzichtelijk gemaakt wat de buizen zouden betekenen. Bij de al wonende familie wordt zo uit de voordeur op het beoogde tracé gestapt. Stel het je even voor:
Je woont heerlijk, in een mooi huis op een prachtige plek. Jouw tuin wordt gewoon geconfisqueerd. Geen enkele vergoeding daarvoor overigens. Alles wat je lief is in die tuin wordt platgewalst, uitgerukt, en je tuin veranderd in een jarenlange bouwput. Daarna liggen er gifbuizen. Niets van wat is verwijderd komt nog terug, want er mag geen struikje meer op groeien. Laat staan een boom. Jouw grond is nu een troosteloze grasvlakte, in een droge zomer kleurt ie droevig geelbruin. Je mag niets meer, krijgt om de twee weken een helikopter boven je hoofd hangen voor inspectie en je huis is onverkoopbaar. Het is je gevangenis geworden. Genoeg om zeer emotioneel te worden lijkt me, wat de familie ook werd.
Het beeld wat ik hier schets is niet overdreven. Het houdt ook niet op bij de bewoners van Brandevoort. Dit geldt ook voor Geldrop en Mierlo. Voor de beschermde (!) bossen bij Stiphout geldt hetzelfde doemscenario. Zonder pardon zullen de bomen in een breedte van 35 tot 70 (!) meter tegen de vlakte gaan. Probeer u eens voor te stellen hoe breed 70 meter is.... Zo groot zijn die bossen nu ook weer niet. 
"Bovendien is het dan verboden om in deze strook een verharde weg aan te leggen, een kuil te graven of de grond te gebruiken voor opslag van bijvoorbeeld zand. Maar ook het plaatsen van weidepalen of gebruik van tentharingen is niet meer toegestaan. Wat overblijft is een kale grasstrook met felgekleurde markeringspalen en pomphuizen." (bron https://www.buizenbrandevoort.nl/)
Stelt u zich dit even voor. In een woonwijk met 10.000 bewoners, veel jonge kinderen en zo heerlijk groen. Nog wel. Brandevoort kent ecologische zones, er komt een smart wijk, er is een buurttuin, er is van alles. Nog wel. Stel, iemand slaat toch dat tentharinkje ergens in de grond. Stel, er ontploft zo een buis, dan gaat de rest ook. Brandevoort zit dan aan drie kanten ingeklemd tussen deze branden en giftige wolken. Zoals ook gisteren bij De monitor werd aangegeven, dan hebben we een nationale ramp, gevolgd door een nationale begravenis. 
Waar ben ik zo boos over?
Nou, als wat ik heb beschreven nog niet genoeg is om boos over te zijn, voeg ik graag het volgende toe: Ik ben boos over het feit dat het puur om geld gaat. Geld voor een bedrijf, Chemelot, waar miljarden in omgaan en dan wil bezuinigen op het tracé met miljoenen. Zoiets wanneer ik elke dag duizend euro zou uitgeven aan mijn huishouding en dan de tien euro voor behoorlijk hondenvoer niet uitgeef, om te bezuinigen. Overdrijven maakt duidelijk.
Er ligt namelijk een tracé. Eentje dat niet dwars door natuur- en woongebied loopt. Maar een stuk van pakweg 24 kilometer afsnijden bespaart Chemelot geld. De burgers mogen betalen.
Waar ik helemaal giftig van werd, om in stijl te blijven? Het buizentraject moet voor de klimaatdoelen worden verwezenlijkt. Anders halen we die niet... O, zijn nu opeens de burgers van Brandevoort degenen die de klimaatdoelen in de weg zitten. Jee, wat egoïstisch. 
Deze plannen lagen er dus al lang voordat er een klimaatdoel was vastgesteld. En oja, al die bossen die gekapt moeten worden, terwijl er al veel te veel bos wordt gekapt, dat is helemaal niet in strijd met het behalen van de klimaatdoelen natuurlijk. Leuk hoor om je daarachter te verstoppen. Het draait hier puur om geld. Geld voor de industrie. De politiek gaat nu nog een keer kijken naar het tracé. Ik hoop dat ze inzien dat ook zij niet zitten te wachten op een tweede Groningen. Het zou ze wel eens de kop kunnen kosten, politiek gezien.
De buizen onder Brandevoort zijn ook nog van 'nationaal belang'. Nodig voor de economie van dit land. Het lijkt mij dat als het punt bereikt wordt, waarbij de voorrang voor de economie zorgt voor het onleefbaar maken van grote delen van Nederland, het zijn doel aardig voorbijschiet. Dit alles maakt mij dus vreselijk boos! 
Ik denk niet dat het een grote troost is voor de mensen die het aangaat, gifbuis voor de deur, in angst, dat ze een bijdrage doen aan onze economie. Wat heb je aan economie als er niets meer te genieten valt. Die economie kan ook gered worden met het buizentraject dat er al ligt, maar duurder is voor Chemelot. De leefbaarheid, het leven van de mensen in Brandevoort wordt voor een groot deel verwoest als het onzalige plan van buizen onder Brandevoort doorgaat. 
Vanaf deze plek, mijn blog, maak ik een groot compliment naar de actiegroep die ons zeer goed geïnformeerd houdt, en dank ik de plaatselijke politiek voor de tegenstand tegen de gifbuizen. Laten we met zijn allen hopen dat ook Den Haag inziet dat spelen met de levens van 10.000 mensen een iets te grote prijs is, voor een cadeautje aan Chemelot.